Handgun silhouet ofwel het silhouetschieten voor korte wapens, is onderverdeeld
in 3 categorieën:
Big Bore: de figuren zijn op ware grootte, en staan 10 kippen op 50 m, 10 varkens op
100 m, 10 kalkoenen op 150 m en 10 rammen op 200m. Het kaliber is vrij,
mits groter dan .22 en in Nederland kleiner dan .50".
Er zijn 4 categorieën: Production, Revolver, Standing en Unlimited.
Field Pistol: de figuren zijn half zo groot als van Big Bore en staan op halve afstand,
dus 25, 50, 75 en 100 m. Het kaliber is beperkt tot patronen met een hulslengte kleiner of gelijk
aan .22 Hornet en kleiner dan kaliber .50" in Nederland.
Er zijn 2 categorieën: FP Production en FP Any Sights.
Small Bore: de figuren zijn 3/8 van de oorspronkelijke grootte, dus 25 % kleiner dan van
Field Pistol en staan ook op 25, 50, 75 en 100 m. Het kaliber is .22 (lr,long,short) randvuur.
Er zijn 4 categorieën: Production, Revolver, Standing en Unlimited.
BB en SB Production, Revolver, Standing en FP Production en FP Any Sights zijn zogeheten production categorieën.
Hierbij mag alleen met een seriematig geproduceerd wapen worden geschoten.
De richtmiddelen zijn open, dus gewoon keep en korrel. Bij FP Any Sights is een diopter of (optische) richtkijker
toegestaan en bij SB zijn ook diopters toegelaten. Bij BB Unlimited en SB Unlimited mogen speciaal gebouwde of
aangepaste wapens worden gebruikt.
Bij Standing en Field Pistol moet de schutter staan. Bij de overige
categorieën is de schiethouding vrij. De meeste schutters kiezen voor de Creedmoor houding.
Men ligt dan op de rug en met opgetrokken benen en de voeten richting kogelvanger. Het wapen
wordt langs het been gelegd. Men verkrijgt hierbij een zeer stabiele houding.
Pistolen en revolvers voor het silhouetschieten
Men komt er in de beginperiode al snel
achter dat het met de toenmalige wapens en kalibers een hele klus was om
de stalen figuren betrouwbaar te raken en omver te schieten (dat is ook
nu nog). De conclusie is: de groep moet beter en er moet voldoende eindenergie
over zijn. Men begint dan met looplengten, kalibers enz. te experimenteren
en met het ontwikkelen van enkelschots silhouetpistolen.
Een langere loop betekent een langere
vizierlengte en VOORAL een beter reproduceerbare verbranding van het kruit.
Immers, er kan een progressiever kruitsoort worden gebruikt en daarvan
reproduceert de verbranding en daarmee de drukopbouw beter dan bij snel
kruit. Dus is de mondingssnelheid veel constanter. Bovendien zijn hogere
kogelsnelheden haalbaar.
Er is veel energie nodig om die ram op
200 m om te gooien. Er moet dus gezocht worden naar een geschikte combinatie
van eindsnelheid en kogelmassa. Bij hetzelfde kaliber telt de snelheid
veel meer mee dan de kogelmassa. Ook in dit geval is een langere loop gunstig.
Ook de baan speelt een belangrijke rol bij de eindenergie. Bij
een zeer kromme baan, zoals van de .44 magnum, treft de kogel het doel
onder een betrekkelijk grote hoek waardoor slechts een deel van de trefenergie
helpt het doel om te gooien. Bij de .44 magnum is op 200 m de horizontale
snelheid ruwweg 70% van de kogelsnelheid; de effectieve eindenergie is
dan nog maar de helft.
Bij een vlakke baan wordt meer energie op het doel overgedragen. Het
kaliber en de kogelmassa mogen echter ook niet te klein zijn, anders wordt
er te weinig energie op het doel overgedragen en blijft het doel heel irritant
staan.
Elgin Gates, de peetvader van het silhouetschieten,
heeft een formule ontwikkeld waarmee berekend kan worden of de eindenergie
wel voldoende is.
Het ideale silhouetwapen heeft een lange loop met een lange vizierlijn
en een vlakke kogelbaan.
Production en Unlimited
Wanneer in oktober 1976 in El Paso, Texas, de IHMSA wordt opgericht en wedstrijdregels
worden vastgesteld, worden de wapens in 2 hoofdgroepen verdeeld: Production en Unlimited.
Bij de IMSSU-regels is deze verdeling ook gemaakt, zij het dat production
iets anders wordt gedefinieerd.
Tot de groep Production behoren de revolvers
en pistolen die men als serieprodukt "kant en klaar" bij de wapenhandel
kan kopen. Tot Unlimited behoren de wapens die niet aan de kwalificatie
Production voldoen.
Bij een Production wapen mogen het vizier en de handgreep vervangen
worden mits de vervangende onderdelen voldoen aan de eis voor production.
De bedoeling van deze regel is om de schutter in staat te stellen zijn
prestaties te meten met schutters met gelijkwaardige wapens en niet met
mensen die over veel geld beschikken en dus dure, meestal betere wapens
hebben.
Bij Unlimited heeft men de mogelijkheid
om te schieten met wapens die nog in ontwikkeling zijn of waarvan er nog
weinig zijn verkocht. In het algemeen zijn het enkelschotspistolen met
zeer lange lopen en gekamerd in een geweerkaliber om een zo groot mogelijke
nauwkeurigheid en eindenergie te behalen. Hier komen ook de echte wildcats
waarvoor men zelf hulzen moet maken uit bestaande hulzen.
Sommige wildcats zijn zo goed dat zij geëvolueerd zijn tot standaard
kaliber. Zo heeft Wes Ugalde uit een .223
patroon een 7 mm ontwikkeld met behulp van een aangepaste Mauserloop op
een Thompson Contender. Deze patroon is nu de bekende 7 mm TCU. In Europa
werd door de Zwitser Guido Wasser de 7 GJW ontwikkeld.
Beide patronen zijn standaard kalibers voor het silhouetschieten geworden.
Production
Unlimited
Pistol
Revolver
Pistol/Revolver
max looplengte
273 mm (10,75")
273 mm (10,75")
381 mm (15")
max vizierlengte
342 mm (13,5")
342 mm (13,5")
381 mm (15")
max totale lengte
406 mm (16")
457 mm (18")
635 mm (25")
max gewicht
1814 g (4 lbs)
1814 g (4 lbs)
2041 g (4,5 lbs)
Tabel 1: Enkele specifieke kenmerken voor Production en Unlimited wapens
Discipline
Kaliber
Big Bore Production
centraalvuur volgens CIP of SAAMI
Big Bore Unlimited
centraalvuur (ook wildcats)
Field Pistol
centraalvuur vlgs CIP of SAAMI met max. hulslengte van 35,64 mm Hornet)
Small Bore Production
.22 short, .22 long, .22 long rifle
Small Bore Unlimited
.22 short, .22 long, .22 long rifle
Tabel 2: De kalibers voor de verschillende disciplines
Waren het eerst de Amerikanen, zoals
Thompson, Freedom Arms, Ruger, nu zijn er ook meerdere Europese wapen-
fabrikanten die silhouetwapens in hun programma hebben: Wütrich, Weihrauch,
Anschütz, Rhöner, Benelli, FN, Löpponon, Jalonen om er een
paar te noemen. Zeer vermeldenswaard is het Zwitserse SARDEC-silhouet pistool,
dat door een groep actieve silhouetschutters is ontwikkeld. Ivo
Picek, zelf een verdienstelijk silhouetschutter uit Tsjechië, brengt nu
een gehele lijn van silhouetwapens onder de naam Picra op de markt.
Rifle silhouet
Bij Rifle silhouette wordt met geweer geschoten in 2 categorieën:
Big Bore Rifle: de figuren zijn op ware grootte; de 10 kippen staan op 200 m, de varkens
op 300 m, de kalkoenen op 385 m en de rammen op 500 m. Centraalvuur, het kaliber is vrij, echter
is tenminste 6 mm (.243") en in Nederland kleiner dan .50".
Er zijn 2 onderdelen: Silhouette Rifle en Hunting Rifle.
Small Bore Rifle: de figuren zijn 1/5 zo groot als van Big Bore Rifle en staan op 40, 60,
77 en en 100 m. Het kaliber is beperkt tot .22 randvuur (short, long, lr). Ook hier 2 onderdelen:
SB Silhouette rifle en SB Light rifle.
Bij geweersilhouet is de keuze van viziering vrij. Meestal kiest men voor een kijker met 8-20x
vergroting. Bij kleinkaliber kan men ook kiezen voor een diopter.
De houding is bij rifle silhouette altijd staand. Het lijkt wel mooi schieten met een kijker erop,
echter de staande houding vergt veel oefening en concentratie om betrouwbaar treffers te kunnen plaatsen.
Big Bore Rifle
Small Bore Rifle
Silhouette
Hunting
Silhouette
Light
max looplengte
7620 mm (30")
7620 mm (30")
max gewicht
4,6 kg
4,2 kg
4,6 kg
3,855 kg
kaliber
min 6 mm (.243")
min 6 mm (.243")
.22 long rifle .22 long .22 short
.22 long rifle .22 long .22 short
Tabel 3: Enkele specifieke kenmerken voor Rifle silhouette